top of page

Natuurgedichten op de Kruisheide

logo poezieweek.jpg
Het lijsternest

Een lijsternest, onder mijn dak,
Had zich tot een gezin ontwikkeld.
De moeder, geel en bruin gespikkeld,
De vader in zijn effen pak
Vloog af en aan, dat het de jeugd aan niets ontbrak.
Maar toen de morgen was gekomen,
Dat hun de ruimte daar te nauw
Werd, en zij naar het verre blauw
Des hemels hebben koers genomen,
Vond elk zijn richting, vliegensvlug,
En geen kwam er onder mijn dak terug.
Alleen het nest bleef ledig hangen.
Nooit meer een paar, dat het betrekt,
Geen leven, dat er wordt gewekt,
Geen toekomst meer, daar aangevangen.

Toevallig lezer, die mij leest,
Laat u dit voorbeeld dienen mogen.
Zoek geen geluk opnieuw, waar 't eenmaal is gevlogen.
Nooit herbegint, wat is geweest.

Jan Prins (Rotterdam, 1876 – Naarden, 1948)

uit:

Bijeengebrachte gedichten door L.J.C. Boucher (1947)

bottom of page